Ronald Kouijzer & Vullis

Restafval en zeezwerfvuil zijn uitdagende en fascinerende materialen. Materialen die je cadeau krijgt, vindt in de natuur, door de mens achtergelaten, hergebruikt en waarvan je de mooiste objecten kunt maken. Noem het Eco-Art, Arte povera of Environmental Art. Met mijn werk hoop ik een bijdrage te leveren aan de discussie over hoe anders om te gaan met onze planeet en kwetsbare ecologische systemen.


In de krant las ik dat zeezwerfvuil één van de problemen is die ontstaat door de stroom afval op aarde. Het vormt een constante bedreiging voor flora en fauna. De aanwezigheid van Noordse stormvogels geldt als graadmeter voor zwerfafval in de noordelijke zeeën en Oceanen. Als echte alleseters hebben negen van de tien Noordse stormvogels plastic in hun maag, gemiddeld 0,3 gram in dertig stukjes. Het aantal stukjes en het gewicht wordt de laatste jaren zelfs wetenschappelijk onderzocht. In de Noordzee is de hoeveelheid plastic de afgelopen tien jaar gelukkig afgenomen. Het is weer terug op het niveau van de jaren tachtig.


Archipel van zeezwerfvuil
Ergens op de Stille Oceaan, tussen San Francisco en Hawaï, drijft een soort archipel, tien jaar geleden ontdekt. Het is minstens zo groot als Frankrijk, Spanje en Portugal samen. Het gaat om een kolossale drijvende hoeveelheid zeezwerfvuil die voornamelijk uit plastic bestaat. De plastic brij dobbert op de wervelstroom van de Stille Oceaan en wordt door passaatwinden in stand gehouden.
Niemand voelt zich echt verantwoordelijk. Het ligt in internationale wateren en is voor veel politici geen onderwerp dat leeft. De VN heeft een milieuprogramma UNEP. Dit instituut zou het op de internationale agenda moeten plaatsen. De VN geeft op dit moment echter voorrang aan gifschepen en gevaarlijk afval.


Bedrieglijk hapje
Heel langzaam vergaat het afval tot een plastic brij van kleine snippers. De drijvende kunststoffen met aangehechte chemische vervuiling vormen een bedrieglijk aantrekkelijk hapje voor vissen en zeezoogdieren. Deze kunnen verstrikt raken in het afval. Maar nog vaker raken de dieren verzwakt doordat kleinere stukjes plastic in de maag het hongergevoel van de dieren wegneemt. Ze verzwakken en sterven uiteindelijk.


Gevaar
De kleine snippers kunststof zijn slecht afbreekbaar. Onder invloed van UV-licht, het zoute water en natuurlijke verwering vallen de snippers na verloop van tijd toch uiteen in minuscule stukjes. Deze zijn vaak niet dikker dan een mensenhaar. Aan deze kleine deeltjes kleven milieugevaarlijke stoffen. Hierin schuilt een gevaar dat mogelijk groter is dan het kolossale eiland in de Stille Oceaan. Hoe kleiner de afzonderlijke deeltjes, hoe groter hun gezamenlijke oppervlakte, dus hoe meer giftige stoffen ze kunnen absorberen.


Bijdragen aan de discussiee
Tijdens het werken met restmaterialen kwam ik steeds meer verontrustende, ecologische berichten zoals bovenstaande tegen. En ben me in de achtergrond gaan verdiepen van het probleem en de afkomst van deze voor mij uitdagende en fascinerende materialen. Als ik door het maken en tonen van mijn werk een fractie kan bijdragen aan de discussie over de kwetsbare ecologische systemen op deze planeet, dan is dat de moeite waard. Het is mijn manier om een positieve bijdrage te leveren aan anders en creatiever om te gaan met de hedendaagse sociale milieuaspecten.


Oplossing

Een oplossing zou kunnen zijn dat we nieuwe producten ontwikkelen met de visie 'Cradle to Cradle - afval is voedsel. Het streven van 'Cradle to Cradle' is voorzien in onze eigen noden en de toekomstige generaties van meer mogelijkheden voorzien. Probeer in plaats van minder slecht, goed te zijn. De huidige productiemethoden richten zich op het beperken van de schadelijkheid van het product. De centrale gedachte achter de filosofie is dat alle gebruikte materialen na hun leven in product A nuttig worden ingezet in product B. Het verschil met conventioneel hergebruik is dat er geen kwaliteitsverlies is en dat er geen restproducten zijn die alsnog geloosd worden. Begin bij de basis, maak producten zo dat ze upcyclen in plaats van recyclen. Daar geloof ik in.



Bronnen »